1. Mensen die elkaar niet kennen staan verder van elkaar af dan mensen die elkaar goed kennen.
2. Vrouwen geven elkaar en mannen de rechterhand en geven elkaar (terwijl ze de hand vasthouden) twee of drie zoenen op afwisselend de rechterwang en de linkerwang. Ze strijken elkaar soms over de rug (als je erg blij bent iemand te zien; dit wordt ook wel (schertsend) ‘een wrijfje’ genoemd). Mannen geven mannen een hand en schudden die terwijl ze elkaar soms op de schouder slaan.
3. Mensen die elkaar niet kennen, geven elkaar een hand en houden die kort vast. Als je elkaar kent en je bent blij iemand te zien, kun je hem langer vasthouden en op en neer bewegen (vooral mannen).